Archief | Taart RSS feed for this section

Foodblog event: pavlova met aardbeien

14 mei

Ik weet het.. veel te stil is het hier. De muizen liggen bijna dood in de kast.
En het is niet dat ik niets met jullie te delen heb hoor. Ik moet dringend bloggen over een overheerlijke rabarber cake die ik maakte. En over de rabarber siroop voor in witte wijn. Maar het is druk en ik ging op vakantie en dan was het terug druk.
Maar ik beloof dat ik er tijdens deze aankomende feestdag-periode werk ga van maken!

Tijdens mijn blogstilte vroeg Caroline me of ik niet wou meedoen aan het foodblog event dat zij deze maand host.
Natuurlijk wil ik dat en zeker omdat Caroline een van mijn favoriete blogs heeft!
Maar dus eventjes nog niet met een nieuw receptje, hoewel ik visioenen kreeg over spinaziesalades met aardbeiendressing of heerlijke tiramisu met aardbeien. Neen, ik trek een golden oldie uit de kast die het echt wel verdient om volop in de schijnwerpers te staan. Pavlova!

INGREDIËNTEN

2 eiwitten
beetje zout
150 gram witte suiker
1/2 theelepel vanille
1 theelepel witte wijnazijn
1 theelepel maizena
250 gram aardbeien
scheut zoete likeurwijn
200 ml slagroom
witte chocolade

 Verwarm de oven op 180 graden.
Klop de eiwitten met het zout in een kom tot je pieken krijgt.
Voeg nu de suiker toe en klop verder op tot de room goed stijf is.
Strooi nu de maïzena, de azijn en de vanille door het eiwit.
Leg bakpapier op een bakplaat.
Maak met een lepel mooie rondjes op je bakplaat.
Bak 30 minuten in de oven op 150 graden.
Zet de oven uit en laat ze nog eens 30 minuten staan met de oven uit!
Laat volledig afkoelen.

Snij 5 à 6 aardbeien in kleine stukjes en puree deze met de staafmixer en een scheutje witte wijn.
Klop de room op met wat suiker en schep er de aardbeienpuree onder.
Wanneer de meringues zijn afgekoeld klop je ze een beetje stuk bovenaan en vul ze met de aardbeienroom.
Beleg met enkele fijngesneden aardbeien.

Smelt ondertussen de witte chocolade en versier hiermee de gebakjes.

 

Supermakkelijke chocolademoelleux

17 feb

Ik ben nogal een moelleux-liefhebber, vooral met chocolade, hoewel rum rozijn er ook vlotjes ingaat.
Maar vaak zie ik op tegen het werk, voor deze variant echter niets van dat. Snel, makkelijk en lukt altijd!
Deze moelleux maakte ik met een mon cheri praline, maar eigenlijk kan je er alle kanten mee uit. Gewoon een blokje chocolade, een andere likeurpraline, bevroren confituur, laat je fantasie werken zou ik zeggen. Zolang je maar in gedachten houdt dat je vulling twee uurtjes in de diepvries moet uitharden.  Een leuke variant die bij kinderen goed in de smaak viel was een blokje witte chocolade gebruiken als vulling, zo krijg je een mooi duo-effect. Ook bevroren m&ms waren een hit bij de kleintjes.

INGREDIËNTEN

200 gram pure chocolade
150 gram goede boter

4 eieren
150 gram kristalsuiker

75 gram gewone bloem
 6 mon cheri pralines

Leg de pralines 2 uur op voorhand in de diepvries. (Maak je gebruik van gewone chocolade, confituur, andere likeurpralines, etc vergeet deze dan ook geen twee uur op voorhand in de diepvries te leggen.)
Verwarm de oven voor op 200 graden.
Smelt de chocolade au bain marie samen met de boter tot een gladde massa.
Klop ondertussen de eieren los in een kom. Goed kloppen zodat ze in volume toenemen!
Voeg nu de kristalsuiker bij de gesmolten chocolade en roer goed door elkaar.
Zeef nu de bloem erbij en meng alles goed door elkaar.

Het makkelijkste om deze moelleux in klaar te maken is een tinnen muffinblik. (Dus geen siliconen!) Vet het muffinblik in met wat water en verdeel het beslag over de vormpjes.
In een gewone muffinpan krijg je zes moelleux met dit mengsel.
Neem de mon cheris nu uit de diepvries en dus ze een stukje in het deeg.
Bak gedurende 10 minuutjes in de oven.
Neem de gebakjes uit de oven en laat 5 minuutjes rusten.  Snij met een scherp mesje langst de randen van de moelleux en hef ze er voorzichtig uit.
Serveer nu met bijvoorbeeld wat vruchten en een toefje slagroom.

Appel-kruimeltaart

1 nov

 

Een jaar geleden begon ik deze blog al… met appeltaart.  En om dat te vieren bakte ik maar weer eens appeltaart. Beter dan vorig jaar moet ik zeggen. Heel rijkelijk gevuld met appels, rozijnen en marsepein. En met een heerlijk kruimeldakje erboven op. Het hele huis rook heerlijk naar vers gebakken taart en tot buiten op straat was de geur kennelijk te bespeuren. Want ook mijn vader dook even binnen om te komen kijken wat er nu zo heerlijk rook. Met de overgebleven vulling maakte ik mini-taartjes in mijn muffinvorm, die ik de echtgenoot mee liet nemen naar het werk. Waar de taartjes in een mum van tijd en met veel enthousiasme werden verorbert door de hongerige nachtcollega’s.

INGREDIËNTEN VOOR HET DEEG


225 gram zelfrijzend bakmeel
115 gram kristalsuiker
150 gram koude boter in blokjes gesneden
1 losgeklopt eitje

INGREDIËNTEN VOOR DE VULLING 

1200 gram appelen (Ik gebruikte Elstar’s voor dit recept)
1 theelepel vanille essence
75 gram rietsuiker
20 gram puddingpoeder
200 gram rozijnen (24 uur geweekt in whiskey)
1 theelepel kaneelpoeder
50 gram marsepein
een beetje citroensap

 INGREDIENTEN VOOR DE CRUMBLE

100 gram gewone bloem
100 gram lichtbruine kristalsuiker
85 gram boter in kleine blokjes gesneden
70 gram amandelpoeder

Meng het zelfrijzend bakmeel met de kristalsuiker en een snuifje zout in een grote kom. Voeg nu de blokjes boter toe en kneed dit goed met je handen. (Opgelet zorg ervoor dat je handen goed koud zijn. Je wil niet dat de boter gaat smelten!) Voeg nu het losgeklopte eitje toe en meng alles snel goed door elkaar tot een samenhangend deeg. Verpak het deeg nu in vershoudfolie en laat het ongeveer een uurtje rusten in de koelkast. Zo kan de boter terug opstijven en wordt het deeg steviger.

Ondertussen kan je de vulling klaarmaken. Schil de appelen, ontdoe ze van hun klokhuis en snij ze in dunne halve maantjes. Meng de appelschuifjes met de rozijntjes, de vanille, de suiker, het puddingpoeder, het citroensap en de marsepein. (De marsepein voeg je in kleine stukjes toe aan de vulling.

Voor de kruimellaag meng je de bloem met de suiker en het amandelpoeder goed door elkaar. Voeg de kleine blokjes boter toe en meng dit met je handen tot kleine kruimeltjes.
Neem het deeg nu uit de koelkast en bekleed een bakvorm met het deeg. Dit is een beetje lastig, want je kan het deeg niet uitrollen. Het is dus een beetje kunst en vliegwerk. Ik gebruikte een springvorm van 20 centimeter doorsneden en slaagde er perfect in om de bodem en de zijkanten mooi te bedekken met deeg.
Vul de taart nu op met het appelmengsel en dek af met het kruimeldeeg.
Zet de taart in het midden van de oven (deze is voorverwarmd op 180 graden)en bak ze in ongeveer 60 minuten mooi goudbruin. Haal de taart uit de oven en laat ze een half uurtje afkoelen alvorens de springvorm te verwijderen.

Nederlandse boterkoek

27 aug

Heb ik jullie al verteld hoeveel ik van Nederland hou? Wel, ik hou van Nederand. Minstens een keer per maand rijden we er naartoe voor een dagje vol “gezelligheid”. Waar andere mensen dromen van een stulpje in het zuiden van Frankrijk, droom ik van een huisje in Bergen op Zoom of Utrecht. Ik weet niet of ik ook maar een ding kan bedenken waar ik niet van hou in Nederland. Neen wacht, ik hou niet van hun bier dat naar limonade smaakt! Maar dat is dan ook alles. Al de rest daar hou ik van. Ons maandelijkse bezoek eindigt altijd bij Albert Heijn, waar ik me volledig laat gaat en met een overvolle kar en een gepeperde rekening terug buitenstap. Een van de dingen die ik altijd koop is boterkoek.

Boterkoek is een typische Nederlandse lekkernij. Het is een heel rijke, boterige koek die waarschijnlijk niet al te best is voor je lijn en je hart, gezien de hoeveelheid boter die erin gaat. Maar er is niets ter wereld wat er mee te vergelijken valt. Het is geen cake, geen koekje en ook geen taart. Je zou het eigenlijk gewoon zelf moeten proberen om een idee te hebben waarover ik het heb.

Zoals ik al zei koop ik altijd boterkoek, maar bij ons thuis vliegen de pakken er door. Dus werd het wel eens tijd dat ikzelf probeerde een verse boterkoek te bakken. Het recept kreeg ik van een Nederlandse vriendin. Nauw ja, eigenlijk van haar moeder. Maar ik moest wel plechtig beloven enkel echte roomboter te gebruiken voor deze koek. Ik beloofde het op mijn eerste communiezieltje en sloeg ijverig aan het bakken. En dat zou jij ook moeten doen! Het is echt een heerlijk simpel recept en we kunnen toch niet alle dagen aan ons dieet denken?

 INGREDIENTEN

250 gram bloem
250 gram roomboter
250 gram witte basterdsuiker
8 gram vanillesuiker (of één zakje)
een snuifje zout
½ theelepel vanille extract
een klein beetje citroen zest
1 geklopt ei

Meng de bloem, de boter, de suiker, het zout, de citroenschil en 3/4de van het geklopte ei samen in een kom. Het is belangrijk dat de boter op kamertemperatuur is zodat je alles goed kan mengen, snij voor je gemak de boter in kleine blokjes. Meng nu alles met je handen. Ja je hebt het goed gehoord, met je handen! Niet met een mixer want daar wordt het deeg te vettig voor. Wanneer het deeg een bal begint te vormen leg je het 15 minuten in de koelkast. In tussentijd vet je alvast je bakvorm in.

Voeg nu het deeg toe aan de bakvorm. Omdat het een erg dik deeg is kan het zijn dat je het een beetje in zijn vorm moet duwen.

Bestrijk de koek met het overgebleven ei en teken ruitpatronen met je vork. Bak de boterkoek nu in een voorverwarmde oven op 200 graden gedurende 25 minuten.

De boterkoek zou mooi goudbruin moeten worden en een beetje zacht aanvoelen. Laat de koek afkoelen in zijn vorm, zodat hij wat kan opstijven, alvorens hem te ontvormen en in reepjes te snijden.

Mini pavlova

12 mei

De echtgenoot loopt meestal met een grote boog rond te keuken. Althans toch om te koken. Wanneer ik hem vraag om een handje toe te steken met het schoonmaken van groenten of het roeren in pannen wil hij mijn domein wel eens betreden. Maar zelf achter de potten en pannen duiken doet hij enkel maar om pastasaus (the best in the world!) en meringue te maken.
Na een eerste proefversie van zijn meringue twee weken terug stelde ik hem voor om pavlova’s te maken. Met grote ogen keek hij me aan en stamelde hij “Wat?” Ik denk dat hij voor zijn ogen al de honden van Pavlof zag verschijnen.
Niets van dat alles dus… Pavlova’s zijn een dessert op basis van meringue en je kan er zoveel kanten mee uit. Het komt er eigenlijk gewoon op neer dat je meringue vult met een of ander soort crème en deze decoreert met fruit of chocolade.
”Kan ik dat wel?” Stamelde de echtgenoot verder en ja met mijn instructies kwamen deze lieverdjes op de tafel.
Gevuld met hele simpele aardbeienroom en afgewerkt met heerlijke witte chocolade. Ze vlogen buiten! En werden ondertussen wegens groot succes reeds een tweede keer gemaakt!

INGREDIËNTEN

 

2 eiwitten
beetje zout
150 gram witte suiker
1/2 theelepel vanille
1 theelepel witte wijnazijn
1 theelepel maizena
250 gram aardbeien
scheut zoete likeurwijn
200 ml slagroom
witte chocolade

 Verwarm de oven op 180 graden.
Klop de eiwitten met het zout in een kom tot je pieken krijgt.
Voeg nu de suiker toe en klop verder op tot de room goed stijf is.
Strooi nu de maïzena, de azijn en de vanille door het eiwit.
Leg bakpapier op een bakplaat.
Maak met een lepel mooie rondjes op je bakplaat.
Bak 30 minuten in de oven op 150 graden.
Zet de oven uit en laat ze nog eens 30 minuten staan met de oven uit!
Laat volledig afkoelen.

Snij 5 à 6 aardbeien in kleine stukjes en puree deze met de staafmixer en een scheutje witte wijn.
Klop de room op met wat suiker en schep er de aardbeienpuree onder.
Wanneer de meringues zijn afgekoeld klop je ze een beetje stuk bovenaan en vul ze met de aardbeienroom.
Beleg met enkele fijngesneden aardbeien.

Smelt ondertussen de witte chocolade en versier hiermee de gebakjes.

Bosbessen Meringuetaart

30 apr

Ik hou van meringue en ik hou van bosbessen. Dus een combinatie van de twee is voor mij een “match made in heaven”.
Eigenlijk valt er niet veel te vertellen over deze taart… Bosvruchten zijn niet van dit seizoen, maar ik had er zin in en ze waren niet eens zo duur. Dus bracht ik enkele bakjes mee naar huis en genoot eerst van enkele “pure” vruchten.
Daarna kwam ik pas op het idee om een bosvruchten meringue taart te bakken. Meringuetaart wordt klassiek gebakken met citroensmaak en laat dat nu net iets zijn waar ik niet zo een voorliefde voor heb.

INGREDIËNTEN

140 gram zelfrijzende bloem
1 theelepel bakpoeder
60 gram boter (op kamertemperatuur)
100 gram kristalsuiker
1 ei
1 theelepel vanille extract
80 ml melk
250 gram bosbessen
5 eiwitten
½ theelepel cream of tartar (Cream of tartar is eigenlijk wijnsteenzuur. Erg moeilijk te krijgen in België. Ik bestel het al enkele jaren bij de online engelse supermarkt, maar ik vernam van sommige dat het ook te krijgen is bij de toko of bij de reformwinkel.)
100 gram kristalsuiker
1 theelepel vanille extract

Start met het romig kloppen van de boter. Om dit goed te doen is het erg belangrijk dat de boter op kamertemperatuur is. Voeg nu de suiker toe en klop dit onder de boter tot je een luchtig zoet botermengsel hebt.
Giet hierbij het vanille extract en het eitje en mix alles tot een samenhangend geheel. Voeg nu voorzichtig (een beetje per keer) de bloem en de melk toe. Mix dit elke keer goed door alvorens nieuwe bloem en melk toe te voegen.
Klop dit alles goed door elkaar tot je een mooi samenhangend geheel krijgt.
Neem nu een ronde springvorm en beleg de onderkant van de vorm met bakpapier, de zijkanten vet je in met een beetje boter of plantaardige olie.
Schep ondertussen de bosbessen onder het beslag en giet dit in de taartvorm.
Schuif de taart nu voor 30 minuten in een voorverwarmde oven op 180 graden.

In tussentijd maken we de meringue alvast.
Klop de eiwitten op met de cream of tartar (deze “crème” zorgt ervoor dat je eieren mooi opstijven en stijf blijven.)
Wanneer je mooie eiwitpunten krijgt strooi je de suiker over het eiwit terwijl je constant blijft kloppen. Het is belangrijk dat je blijft kloppen tot je echt stevige witte punten krijgt. Pas op het allerlaatste voeg je het vanille extract toe.

Na dertig minuten haal je de taart eventjes uit de oven en laat je de bovenkant kort afkoelen.
Breng daarna met een spatel de meringue aan op de taart en laat deze voor nog eens 15 minuten (of tot de bovenkant van het eiwit goudbruin wordt) bakken. Let erop dat je de temperatuur van de oven verlaagt naar 150 graden!

Laat de taart hierna op kamertemperatuur komen en zet ze daarna minstens 2 uurtjes in de ijskast.

Appel Frangipane Rozijnen taart

10 mrt

Een van mijn favoriete desserts is appelstrudel met vanille ijs en slagroom. Daar mag je me zelf ’s nachts voor wakker maken!
Nog iets waar ik volledig gek van ben is frangipane. Hier in België koop je bij de bakker “koffiekoeken”. Koffiekoeken zijn zoete broodjes die gevuld zijn met allerlei lekkers.. pudding, chocolade, rozijnen en ja, ook met frangipane.
Dus waarom breng ik al deze heerlijkheden niet samen in een dessert bedacht ik en deze overheerlijke appel frangipane rozijntaart.
Ik voelde me een heel klein beetje schuldig om zo een overdadig dessert op een luie zondagmiddag te eten zonder enige reden.
Het enige wat ik in mijn verdediging kan zeggen is dat de combinatie van smaken zo lekker is dat je het gewoon moet proberen.
De romige, zoete botersmaak van de korst, de knapperige appels, de heerlijke geur van frangipanne en dat begeleidt met heerlijk koud ijs en zachte opgeklopte room… Ik denk dat ik er onmiddellijk terug eentje ga bakken!

INGREDIENTEN VOOR DE TAARTBODEM
200 gram bloem
½ theelepel zout
1 eetlepel suiker
100 gram ongezouten boter
30 ml ijswater

INGREDIENTEN VOOR DE FRANGIPANE
125 gram suiker
125 gram ongezouten boter
2 grote eieren
125 gram amandelmeel
35 gram bloem
½ theelepel vanille essence

INGREDIENTEN VOOR DE TAART
4 tot 5 grote appels
30 gram suiker
20 gram gesmolten boter
handvol rozijnen

Het deeg dat ik voor deze taart gebruik is een paté brisee. Het is een van de makkelijkste taartdegen om te maken en zo makkelijk om uit te rollen op een licht ingebloemd werkblad.
Meng in de keukenrobot de bloem, het zout en de suiker samen. Voeg dan de boter toe en kneed dit tot je een korrelig deeg krijgt. Voeg dan traag het koude water toe. Het is erg belangrijk dat dit koud water is! Het deeg zou zich langzaam moeten binden tot een samenhangende bol die hard aanvoelt.
Neem het deeg uit de robot en bedek het met vershoudfolie. Leg het deeg voor minstens een uurtje in de ijskast. Zo kan de boter terug opstijven en krijgen de gluten de kans om hun werk te doen.

Na een uurtje neem je het deeg uit de koelkast en plaats je het op een licht ingebloemd oppervlak. Rol het deeg uit in een cirkel of vierkante vorm (afhankelijk van je taartvorm) en plaats het deeg in een taartvorm.

Nu wordt het tijd dat we de frangipane maken. Voeg in een kom de suiker en de boter samen en klop dit met een mixer tot een zalfachtige massa. Voeg daarna de Ieren en de vanille essence toe en klop dit allemaal onder elkaar tot het mengsel zacht en zonder brokjes is. Giet er dan uiteindelijk de amandelbloem en de gewone bloem bij tot je een romige pasta krijgt.
Goed de rozijntjes erin en schep dit goed onder elkaar.
Verdeel de frangipane nu egaal over de taartbodem, maar let erop dat je ongeveer 5 centimeter van de rand blijft.

Schil ondertussen de appelen, haal het klokhuis eruit en snij ze in schijfjes van ongeveer 1 centimeter dik. Bedek de frangipane met de appelschijfjes en leg deze in een spiraalvorm. Let er weer op dat je genoeg ruimte laat tussen de kant en de appels. Besmeer de appels u met de gesmolten boter en bestrooi ze met de suiker.

Schuif de taart in een voorverwarmde oven van 180 graden voor 25 tot 40 minuten. De appels zouden zacht moeten zijn, maar in geen geval vergaan zijn tot mousse en de korst moet goudbruin zijn met gekarameliseerde suiker.

Ik liet de taart een klein beetje afkoelen en serveerde het met wat vanille ijs en vers geklopte slagroom.

Mezze dessertbordje

19 feb

Een feestje eindigt natuurlijk altijd met een dessert. Ik heb er nog even aan getwijfeld of ik niet voor een klassieke ijscoupe zou gaan of gewoon wat Griekse yoghurt met honing. Maar dan zou ik de Griekse keuken te weinig eer aandoen vond ik zelf. Tenslotte kent iedereen toch de wereldberoemde baklava?
Ikzelf ben niet zo een grote fan van desserts die druipen van de honing en waar je niet zonder morsen van kan eten. Daarom heb ik geprobeerd in mijn versie het “druiperige” tot een minimum te beperken zonder afbreuk te doen aan de heerlijke volle smaak. De baklava liet ik begeleiden door een andere gekend Grieks dessert namelijk Tyrokafteri ofwel engelhaar.
Als tegenhanger van zoveel zoet stroperig maakte ik nog een heerlijk knapperig Marokkaans gebakje namelijk M’hancha.

INGREDIENTEN BAKLAVA
450 gram filodeeg
Gesmolten boter
2 kopjes walnoten (+/- 250 gram)
2 kopjes blanke amandelen (+/- 250 gram)
1/4 kopje pistachenootjes (+/- 75 gram)
½ theelepel gemalen kruidnagel
2 eetlepels kaneelpoeder
4 theelepels  + 300 gram kristalsuiker
250 ml water
85 gram honing
sap van ¼ citroen

INGREDIENTEN TYROKAFTERI
750 gram kadaifi deeg (engelenhaar)
100 gram boter
300 gram grofgemalen amandelen
2 eieren
3 eetlepels suiker
½ eetlepel kaneelpoeder
300 gram kristelsuiker
250 ml water
1 kaneelstokje
1 eetlepel appelsiensap
zeste van 1 citroen


INGREDIENTEN M’HANCHA

filodeeg
1 ei
gesmolten boter
200 gram amandelpoeder
2 eetlepels oranjebloesemwater
1 theelepel kaneelpoeder
2 eetlepels poedersuiker
honing


BAKLAVA

Maal de walnoten, pistache en de amandelen in de keukenrobot fijn tot ze een korrelige structuur krijgen.
Meng de fijngehakte noten met de kruidnagel, het kaneelpoeder en de suiker.
Neem nu het filodeeg uit de ijskast en laat het gedurende ongeveer een kwartiertje rusten. Smelt ondertussen de boter.

Neem een grote vierkanten bakvorm die je invet met een beetje plantaardige olie.
Beleg de bakvorm met vallen filodeeg (bij mij waren er 4 vellen nodig om het blik volledig te bedekken.) Hou er rekening mee dat het filodeeg langst alle kanten over de bakvorm moet hangen!
Leg nu een extra stuk filodeeg in het midden van het bakblik zodat het de naden van de overige bladeren bedekt, bestrijk het filodeeg met wat gesmolten boter.

Strooi nu een laag van de notenmengeling over het filodeeg. Herhaal nu het proces van de filobladeren en de notenmengeling tot je ongeveer 3 à 4 lagen hebt. (Filo, boter, noten, filo, boter, noten, filo, boter, noten)
Vouw nu de overhangende stukken filodeeg over je laatste notenlaagje en beleg de bovenste laag met nog 2 extra stukken filodeeg.

Bestrijk de bovenste laag filodeeg met de gesmolten boter en snij het gebak in de gekende driehoekige baklava vorm.
Plaats de baklava nu voor ongeveer 90 minuten in een voorverwarmde oven. Hou goed in het oog dat de baklava niet te bruin wordt, plaats er eventueel een beetje zilverpapier over.

Voeg in een steelpannetje het water, de suiker en de honing samen en breng dit aan de kook. Laat dit ongeveer 10 minuutjes langzaam inkoken. Voeg nu het citroensap toe en laat nog eens zachtjes pruttelen voor ongeveer 10 minuutjes.

Laat de siroop afkoelen en giet de koude siroop onmiddellijk over de baklava wanneer deze uit de oven komt.

TYROKAFTERI

Meng de grofgehakte amandelen met het kaneelpoeder, de eieren en de suiker tot een samenhangende massa.

Ontrol het engelenhaar heel voorzichtig op een vlakke ondergrond. Zorg dat je genoeg bewegingsruimte hebt en dat je het engelenhaar ver genoeg kan uitrollen zonder dat het breekt.

Plaats nu dikke hoopjes amandelmengsel op het engelenhaar en brengt dit met je handen een beetje in model. Het amandelmengsel moet eruit zien als een erg dikke worst.
Rol nu heel voorzichtig de worst verder in het engelenhaar tot de amandelmassa mooi is ingepakt in engelenhaar.
Knip het engelenhaar af en plaats het gebakje voorzichtig in een ingevette ovenschaal. Herhaal dit tot het engelenhaar en de amandelvulling op is.

Verwarm ondertussen de oven op 150 graden voor.
Wanneer je ovenschaal vol ligt met engelenhaar overgiet je de gebakjes met een beetje gesmolten boter.
Plaats de gebakjes nu in de oven en laat deze voor ongeveer 30 minuten bakken. Het engelenhaar moet krokant en goudkleurig worden.

Voeg in een steelpannetje het water, de suiker en het kaneelstokje samen en breng dit aan de kook. Laat dit ongeveer 10 minuutjes langzaam inkoken. Voeg nu het sinaasappelsap toe en laat nog eens zachtjes pruttelen voor ongeveer 10 minuutjes.

Laat de siroop afkoelen en giet deze over de warme kadaifi als ze uit de oven komen.

M’hancha

Verwarm een antikleefpan op een laag vuurtje en voeg hierbij het amandelpoeder. Schep het poeder constant om tot het een hazelnootbruine kleur krijgt.

Laat het geroosterde amandelpoeder eventjes afkoelen, alvorens het te mengen met 2 eetlepel poedersuiker, het kaneelpoeder, het oranjebloesemwater en wat gesmolten boter.
Kneed dit geheel tot een kleverig samenhangend deeg.

Leg nu een vel filodeeg voor je en beleg dit met een worstje van amandeldeeg.
Klop het ei los en besmeer alle randen van het filodeeg met het losgeklopte ei.
Rol nu heel voorzichtig het filodeeg met vulling op tot een lange worst.
De worst rol je daarna verder op in de vorm van een slakkenhuisje. Prik cocktailprikkers door het gebakje zodat het zeker in vorm blijft tijdens het bakken.

Verwarm de oven op 220 graden, terwijl je slakkenhuisjes blijft maken met de rest van het deeg.
Plaats de gebakjes nu 10 minuutjes in de oven of tot ze goudbruin en knapperig zijn.

Verwarm ondertussen in een steelpannetje een drietal eetlepels honing met orangjebloesemwater.
Haal de gebakjes nu uit de oven en overgiet ze onmiddellijk met het honingmengsel.
Bestrooi nadat de M’Hancha een beetje is afgekoeld met geschaafde amandelen en poedersuiker.

Minced pies

22 dec

Er zijn een aantal dingen die ik standaard met kerst link wat betreft eten en een van die dingen zijn minced pies.
Voor diegene die hier nog nooit van hebben gehoord even een verduidelijking volgens wikipedia: “A mince pie (sometimes also mincedminced meat, or mincemeat pie) is a British festive sweet pastry, traditionally consumed during the Christmas and New Yearperiod.
Bij mij hebben minced pies voor zolang ik me kan herinneren deel uitgemaakt van het hele kerstgebeuren.
In de goede oude tijden toen er in Antwerpen City nog een Marks and spencer was kochten we ze daar, samen met enkele flessen flavoured water waar we ook dol op waren. Jammer genoeg veranderen de tijden en verdween Marks and Spencer uit West Europa en vielen we dus enige tijd zonder minced pies. En kerst was nooit nog echt kerst zonder onze minced pies.
Gelukkig bracht een goede ziel ze al wel eens mee vanuit Londen en sinds enkele jaren bestel ik ze gewoon bij mijn britse online supermarkt. Maar de vraag bleef in mijn hoofd malen… hoe moeilijk kan het zijn om ze zelf te maken?
Niet moeilijk zo bleek? Voor het deeg liet ik me inspireren door het recept van BBC good food voor hun unbelievably easy minced pies. En ze waren ook echt unbelievably easy. Ik wijzigde het gerecht wel een beetje door er appelsienzeste bij te voegen. Geef toe de geur en de smaak van appelsien is toch heel erg kerstmis?
Voor de vulling  ging ik te raden bij mevrouw kerst zelf (althans in the UK) Delia Smits’s. Ik gebruikte haar recept voor de homemade christmas minced meat. En u moet mij geloven maar kerst was nog nooit zo mooi als toen ik in deze minced pies beet!

INGREDIENTEN VOOR HET MINCED MEAT:

450 gram appels ( ik gebruikte cox appels) in kleine blokjes gesneden met de schil er nog aan.
225 gram niervet  (Kan je vragen aan je slager!)
350 gram rozijnen
225 gram gedroogde sultana druiven
225 gram gekonfijte sinaasappelschil
350 gram bruine kandijsuiker
zest en sap van 2 appelsienen
zest en sap van 2 citroenen
50 gram amandelen in stukjes gehakt
4 theelepels mixed spices (dit is een mengsel van kaneel, nootmuskaat, allspice en gember)
–> kan vervangen worden door 1 theelepel kaneel, 1 theelepel nootmuskaat, 1 theelepel gember en 1 theelepel 4 kruidenpoeder van bij de toko.)
1/2 theelepel kaneel
6 eetlepels bruine rum

INGREDIENTEN VOOR HET MINCED PIE DEEGJE

225 gram koude boter in stukjes gesneden
350 gram bloem
100 gram lichtbruine suiker (aka kindjessuiker)
1/2 losgeklopt ei
zeste van 1 sinaasappel

Om het minced meat te maken voeg je alle ingrediënten met uitzondering van de rum samen in een grote kom e.
Je mengt de ingrediënten goed door elkaar. Bedek de kom nu met een propere keukenhanddoek  en zet een nachtje op een koele plek zodat alle smaken goed met elkaar kunnen mengen.
De volgende dag verwarm je de oven op 120 graden en bedek je de kom met zilverpapier. Plaats nu de kom voor 3 uurtjes in de oven.
Haal de kom nu uit de oven en schrik niet! Het minced meat zal er erg vettig uitzien. (Deze waarschuwing stond ook in het boek, maar toch schrok ik me rot toen ik het uit de oven haalde. Maar geen zorgen het komt helemaal goed!)
Laat het nu langzaam afkoelen en roer er elke 10 minuten eens stevig door. Je zal zien dat het vet begint op te lossen en de massa met elkaar zal binden! (Neen, echt waar!!!)
Als het minced meat bijna afgekoeld is voeg je de rum toe.
Hierna kan je het in gesterliseerde bokalen bewaren voor bijna één jaar, maar ik verkoos om het onmiddelijk te verwerken in minced pies!

Het deeg is zo mogelijk nog makkelijker te maken.
Voeg de klontjes boter samen met de boter, de suiker en een klein beetje zout in je keukenrobot en laat dit mengen tot een stevig deeg. (Met de gewone mixer lukt dit ook, maar duurt het iets langer.)
Voeg nu de sinaasappelzeste toe en laat alles nog eens goed door elkaar mengen.
Stort het deeg nu uit en voeg het halve ei toe. Kneed nu goed met je handen.
Het deeg zal vrij kleverig lijken, maar dit is prima zo!
Rol het deeg op en leg het voor ongeveer een uurtje in de ijskast.

Haal het deeg uit de ijskast en vul er een minimuffin vorm mee.
Schep de taartjes vol minced meat en bedek het taartje.
Ik bedekte het taartje met uitgestoken sterretjes van het deeg, lekker feestelijk! Maar een echte minced pie is volledig bedekt!
Bestruik de taartjes met wat losgeslagen ei en zet ze voor 16 minuten in een voorverwarmde oven van 160 graden.
Laat de taartjes een beetje afkoelen en bestrooi ze met poedersuiker.

Tip: Zonder de poedersuiker kunnen de minced pies ingevroren worden voor ongeveer een maandje.

Herfsttaart

17 nov

In de eerste maanden van 2010 stort ik mij in het avontuur dat taarten heet. Als in “Hoe tover ik mijn taart om in een cadeautje?” “Hoe maak ik een levensechte wintertaart waar de rillingen van over mijn rug lopen” en “Hij laat ik mijn taart op een echt sprookjesboek met draken en prinsessen lijken?”
Maar het was alweer een tijdje geleden dat ik nog eens een echte taart had klaargemaakt en dus besloten we dat een beetje oefening nooit kwaad kan. Zondagmiddag begonnen we dus vol goede moed aan onze herfsttaart, die ook een beetje dienst deed als bompa’s verjaardagstaart.

Ingrediënten voor de biscuit:

150 gram suiker
5 eieren
1 zakje vanillesuiker
½ theelepel bakpoeder (om de biscuit te doen opkomen.)
150 gram patisseriebloem

Ingrediënten voor de chocoladebotercreme:

200 gram donkere chocolade
200 ml room met een vetpercentage van minstens 30%
250 gram boter (type solo)

Ingrediënten voor de tobleronemousse:

200 gram toblerone (de zwarte variant)
400 ml room met een vetpercentage van minstens 30%
3 eetlepels suiker
1 opgeklopt eiwit

Ingrediënten voor de decoratie:

750 gram groen gekleurde rolfondant om de taart te bekleden.
Oranje rolfondant voor de pompoentjes

Mosgroene rolfondant voor de eikels
Bruine rolfondant voor de boomstam
Rode rolfondant voor het lieveheersbeestje en de champignon
oranje, bruine en mosgroene marsepein om blaadjes uit te steken
Uitstekertjes voor de bladeren

Als basis voor de taart gebruikte we deze keer een standaardvanillebiscuit, die we bakte in een vorm van +/- 20 centimeter.
Meng allereerst de eigelen met de vanillesuiker en de gewone suiker. Deze moet je kloppen dat ze licht van kleur worden en in volume 4 maal zijn toegenomen. (Niet panikeren, dit vraagt eventjes tijd. Dit kan perfect in een keukenmachine en is hoogst waarschijnlijk veiliger dan onze mixer. Deze begon namelijk na een tiental minuten kloppen op de hoogste stand te stinken en rook af te geven.)
Wanneer je de eieren met de suiker “ruban” (een mooie professionele term er eventjes tussendoor), kan je beginnen met de eiwitten tot schuim te kloppen. Wanneer de eiwitten mooi in pieken blijven staan, meng je het eiwit met de geklopte eigelen.
Hierna zeef je de bloem boven het mengsel en schep je deze er voorzichtig onder.
Daarna stort je het deeg in je pakvorm en zet je hem in de oven. +/- 30 minuutjes in een heteluchtoven op 180 graden en je krijgt een mooie biscuit. (Test eventjes met een mes of breinaald. Als de naald zonder kleefplekjes uit de taart komt is ze gaar!)

De taart mag nu op een rustig plekje gaan afkoelen. Ondertussen maken wij de vullingen klaar. Ikzelf werk graag met twee verschillende vullingen, maar je kan natuurlijk ook één vulling nemen en daar je taart mee afwerken.

Ik maakte eerst de tobleronemousse omdat deze eventjes in de ijskast moet kunnen opstijven.
Hiervoor klop je de room tot slagroom en smelt je ondertussen de toblerone au bain marie. Laat de gesmolten chocolade even afkoelen alvorens hem bij de opgeklopte room te voegen. (Indien de chocolade te warm is kan de room terug inzakken en veranderen in een zielig plasje melk.) Je kan ondertussen het eiwit al opkloppen met de suiker.

Wanneer de chocolade is afgekoeld schep je hem voorzichtig onder de opgeklopte room en voeg je ook het opgeklopt eiwit toe. Hierna mag de mousse een tweetal uurtjes in de ijskast.

En dan is het tijd voor de chocoladeboterroom. Ik gebruik hiervoor donkere chocolade met een hoog cacao gehalte, maar je kan net zo goed melkchocolade of witte chocolade gebruiken. (Vorig jaar maakte ik dit zelf met overgebleven chocoladeventjes van sinterklaas.)
Warm de room op een klein vuurtje op tot tegen het kookpunt. In een andere kom doe je de chocolade die in kleine stukjes is gehakt. Wanneer de room zachtjes begint te koken giet je deze over de chocolade en laat je deze al roerend smelten. Dit mag nu even opzij om af te koelen.

Ondertussen klop je de boter tot een zachte massa. Wanneer de chocolade genoeg is afgekoeld kan je deze bij de boter voegen en nog eens goed doorkloppen. Ikzelf voeg hier geen suiker meer aan toe, omdat de tobleronemousse al zoet genoeg is. Wanneer je enkel met boterroom gaat werken kan je beter even proeven en zelf beslissen of extra suiker nodig is.

Terwijl de taart stond af te koelen en de mousse opsteef gingen wij aan het knutselen met rolfondant en marsepein. Echtgenoot en ik waren het erover eens dat qua verwerking rolfondant aangenamer werken is, maar de smaak van marsepein is beter. We opteerde er daarom voor om de grotere stukken te maken in rolfondant en de decoratieve blaadjes aan de zijkanten van de taart uit marsepein te maken, een heerlijk compromis.
We rolde ook alvast de groene rolfondant als bekleding voor onze taart uit.

Wanneer de biscuit voldoende is afgekoelde snij je hem in drie stukken. (Ik gebruik hier een handige taartzaag voor, maar het kan ook met een mes.) Hierna draaide we de taart om, zodat de bovenkant nu de onderkant was. (Dit is noodzakelijk om de taart mooi te kunnen bekleden. De oorspronkelijke bovenkant van de taart is een beetje hobbelig en niet zo mooi vlak als de oorspronkelijke onderkant.)
De onderste laag besmeerde we met de tobleronemousse, de bovenste laag met de chocoladebotercreme. Hierna werd de zijkant en de bovenkant van de taart ook ingesmeerd met de chocoladebotercreme. Dit kan je niet doen met de tobleronemousse! Mousse is te vochtig en gaat niet samen met rolfondant. Je hebt dus een laagje botercrème nodig om je taart mooi te kunnen decoreren.

Wanneer je dit allemaal gedaan hebt, kan het leukste werk beginnen.
De taart bekleden en decoreren met je eigen geknutselde zaken.